Het omschrijven van zintuiglijke ervaringen in een boek kan helpen bij het creëren van een meeslepend verhaal dat de lezer in staat stelt zich te verbinden met de personages en de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. Maar wat als bij de schrijver één zintuig leidt tot automatische, onvrijwillige ervaringen in een ander zintuig? Is het dan nog wel te volgen voor de gemiddelde lezer? Een zeldzaam kleine hoeveelheid mensen heeft dit fenomeen, dat synesthesie heet. Zij kunnen bijvoorbeeld kleuren zien wanneer ze muziek horen, of geuren ruiken bij het zien van een bepaalde kleur. Ervaringen uit verschillende zintuiglijke gebieden (bijv. oog en tastzin) worden met elkaar verbonden, meestal op grond van een gevoelsovereenkomst. Toch zet deze bij elkaar gesprokkelde informatie mij aan het denken. Behoren dan niet alle creatievelingen, wat de wetenschap beweert, tot dit zeldzaam kleine percentage? Want juist zij halen zintuiglijke ervaringen uit hun context en geven er een nieuwe betekenis aan.

Alhoewel de werking van de hersenen mateloos boeiend is, vind ik dat we eens moeten  ophouden met alles in hokjes te willen proppen.