Alles wat ver achter ons ligt, draagt een aura van mystiek en vergankelijkheid. De krachtige verbeelding hiervan is omschreven in het prachtige boek “Het lied van ooievaar en dromedaris” van Anjet Daanje. De roman lijkt te beginnen als een fictieve biografie over de negentiende-eeuwse Engelse zusjes Drayden, die weer gebaseerd zijn op de Brontë-zussen. Een terugkerend element is het nagelaten aantekeningenboekje van Eliza May Drayden dat haar biografen voor vraagtekens blijft stellen. Er komt een kerk vol vliegen in voor, een vader die een tweeling (Lena en Penny) inzet voor spirituele seances, en die het spel van spiegelen zo weten te verfijnen dat je geen verschil tussen de twee ziet. Voor de buitenwereld bestaat er maar één zusje, zodat ze op een geloofwaardige manier geestuittredingen kunnen spelen voor betalend publiek. Angst en hoop vloeien hierin samen. Het deed me direct denken aan mijn videowerk ‘Twins’ uit 2005.

Video