In de 19e eeuw was de verwachting dat vrouwen zich concentreerden op de verzorging van het huishouden en de kinderen. Wanneer zij kunst maakten of literatuur schreven, werd dat op een enkele uitzondering na, als iets schandaligs gezien.

De literatuur zoals de 19e eeuwse sommige vrouwen die schreven werd veelal beschouwd als "lichtzinnig" als het ging over emoties en relaties. Daarnaast beweerde men met een regelmaat dat vrouwelijke auteurs en/of kunstenaars niet in staat waren om dezelfde diepgang of intellectuele complexiteit te bereiken als mannelijke auteurs met hun schrijfsels die doorspekt waren van politieke of historische onderwerpen. Het gevolg was dat sommige zich gedwongen voelden om mannelijke pseudoniemen te gebruiken of ze lieten hun werk door mannen publiceren om het aan de man te brengen. De Engelse schrijfster Emily Brontë publiceerde in 1847 haar boek “Wuthering heights” onder het pseudoniem Ellis Bell. Pas na haar dood in 1848 onthulde haar zus Charlotte dat Emily de auteur was. Nadien werd het boek bekritiseerd als "onbehoorlijk" vanwege het gebruik van gewelddadige en emotioneel intense thema's, evenals haar onconventionele karakterontwikkeling en verhaalstructuur. Doodzonde dat ze in haar korte leven maar een boek heeft kunnen schrijven.