Deze thematiek komt zowel in mijn boek als mijn beeldende werk terug. 

Hoe is het om als kind of jongvolwassene niet te worden gezien? Dat er door hun ouders maar vaak ook door anderen geen plaats is voor hun verdriet en boosheid? Dat ze snel hun tranen wegvegen om geen negatieve reacties teweeg te brengen? Dat ze hun boosheid moeten in houden omdat het op onbegrip en afkeuring stuit en misschien zelfs geweld? 

In de jeugdzorg waarin kwetsbare jongeren steeds meer aan hun lot worden overgelaten en op social media vooral de positieve verhalen worden geliked, is het voor jongeren te kwetsbaar om te laten zien waar ze mee worstelen. Grote kans dus dat ze zich in emotioneel opzicht afsluiten van de “boze buitenwereld”. Een inkoppertje, want iedereen weet dat, maar groepsgedrag is kennelijk sterker dan dit taboe te willen doorbreken.